Visceraal vet of buikvet brengt grote gezondheidsrisico’s met zich mee. Uit onderzoek blijkt dat ruim de helft van de Nederlanders te maken heeft met hardnekkig buikvet en orgaanvet. Dit is ernstiger dan heupvet, iets dat vooral bij vrouwen voorkomt. Tijd om iets aan visceraal vet te doen en terug te gaan naar een gezonde levensstijl.
Het ontstaan van visceraal vet
Buikvet of onderhuids vet is vetweefsel dat zich in de buikholte en rond de middel (taille) ophoopt. Dit onderhuids vet is van buitenaf goed zichtbaar, vaak als een blubberbuik, bierbuik of een buik met putjes.
Visceraal vet is een vetlaag dat zich rondom belangrijke organen vormt. Onderhuids vet zie je, visceraal vet is niet zichtbaar.
Buikvet of visceraal vet is vaak een gevolg van een te hoge energie inname. Koolhydraatrijke en suikerrijke voeding, veel zout of cafeïne zorgen voor een toename van buikvet.
Andere oorzaken zijn:
- Stress
- Slaaptekort
- Roken
- Verstoorde stofwisseling
- Ziekte (ook medicijngebruik)
- Genetische aanleg
De gezondheidsrisico’s van visceraal vet
Onderhuids vet brengt lichte tot middelmatige gezondheidsrisico’s met zich mee. Het is juist het visceraal niet zichtbare vet dat voor de grootste risico’s zorgt.
Blijft het vet lang aanwezig, dan verhoogt dit de kans op hart- en vaatziekten. Daarnaast loop je meer kans op het ontwikkelen van diabetes type 2, bepaalde vormen van kanker en een hoog cholesterol.
Hoe kan het dat visceraal vet zo schadelijk is? Dit komt omdat vetcellen in orgaanvet vele stoffen produceren. Deze stoffen zorgen voor een ontsteking van de vaatwanden of veroorzaken insulineresistentie. Daarnaast kunnen de stoffen veranderingen in het DNA teweegbrengen.
Vetzucht blijft groeien
Jaarlijks krijgen steeds meer mensen te maken met verzucht/ obesitas. Dit is allemaal te wijten aan verkeerde voeding (snacken, fastfood) en te weinig beweging (computer, smartphone, auto).
Overgewicht neemt toe met het vorderen van de leeftijd. Visceraal vet komt meer bij mannen dan bij vrouwen voor. Ook opleidingsniveau speelt mee: overgewicht komt bij 57% van de laagopgeleide en 27% bij de hoogopgeleide mannen en vrouwen voor.
Weg met visceraal vet
Verlaag het risico op ernstige ziekten en pak visceraal vet aan. Het is namelijk mogelijk om hiervan af te komen.
Eerst moet naar de oorzaak gezocht worden. Gaat het om een genetische aanleg, ziekte of medicijngebruik, dan is het vaak lastig om van visceraal vet af te komen. In veel gevallen zal het om een verkeerd voedingspatroon en te weinig beweging gaan. Gelukkig is hier iets aan te doen. Bekijk hieronder hoe je visceraal vet laat verdwijnen.
Gezonde voeding
Het belangrijkste plan van aanpak is gezonde voeding. Kies voor vezelrijke voeding met zo min mogelijk snelle koolhydraten. Een gevarieerd dieet bevat niet alleen vezels maar ook belangrijke vitaminen en mineralen. Vermijd suikers in koek, gebak, snoep en ‘witte’ meelproducten. Deze zorgen voor een piek in je bloedsuikerspiegel, waardoor je alleen maar meer trekt krijgt.
Verminder de dagelijkse energie inname met 500 kcal. Dit zorgt voor een geleidelijk gewichtsverlies. Daarnaast is het belangrijk om het nieuwe dieet lang vol te blijven houden. Eigenlijk is afvallen een levenslang proces.
Drink minimaal 1,5 liter water per dag. Dit vermindert het hongergevoel maar zorgt ook voor een goede afvoer van afvalstoffen. Ook hydrateert het de huid van binnenuit, waardoor deze er langer mooi uit blijft zien. Niet roken en geen alcohol drinken: deze twee verstoren je stofwisseling.
Bewegen: dagelijks een half uur
Beweeg dagelijks minimaal een half uur per dag. Dit mag wandelen, fietsen, zwemmen maar ook een zwaardere sport zijn. Het half uur is echt een minimum, liever beweeg je meer. Waarom is bewegen zo belangrijk? Omdat het helpt met afvallen en op gewicht blijven. Bewegen is ook goed voor spieren, pezen en botten. Het maakt het hele lichaam sterker en ontspant de geest. Visceraal vet verdwijnt als sneeuw voor de zon, maar alleen wanneer je vol blijft houden.
Ben je niet gewend om te bewegen of heb je last van overgewicht? Bouw het bewegen of de sport dan langzaam op. Wees bedacht op het ontstaan van blessures en stop wanneer iets pijn doet. Vraag eventueel advies aan een sportinstructeur of sportfysiotherapeut.
Auteur: Bianca Walraven
Relevante artikelen
